U bent hier
De spaarder moet zekerheid hebben
Wie als een goede huisvader zijn spaargeld toevertrouwt aan een bank tegen een normaal en gangbaar rendement, moet zeker zijn van zijn spaargeld. Bij een bankfaling spaarders verantwoordelijk stellen die ter goeder trouw hun geld op spaarrekeningen zetten, is onaanvaardbaar.
Men kan onmogelijk verwachten dat individuele spaarders de volledige afweging zouden kunnen maken over de risico’s die banken met hun spaargeld nemen. Zij beschikken daartoe niet over alle nodige informatie en kunnen zich geen beeld vormen van de enorme complexiteit van financiële markten.
Indien men meent de eerlijke spaarders wel te kunnen aanspreken bij de faling van een bank, zou men de consequentie moeten hebben om de spaarder ook van een schuldvergelijking te laten genieten. Wie zijn spaargeld verliest, hoeft zijn schulden aan de betrokken bank niet meer te betalen.
Wie echter zijn geld neerlegt bij (buitenlandse) banken die irrealistische rendementen bieden, moet beseffen dat er een risico wordt genomen. Het is niet onredelijk om deze mensen op hun verantwoordelijkheid te wijzen