Pomperipossa-effect

Door Bart De Wever op 20 november 2012, over deze onderwerpen: NV-A

Koud, kil, harteloos, asociaal, egoïstisch en badend in de sfeer van de jaren dertig. Dat zijn de epitheta die tegenwoordig heel vlotjes door de linkerzijde toebedeeld worden aan sociaaleconomisch andersdenkenden. Zelf beschouwt men zich daarentegen als 'de partijen die de waarden van de solidariteit verdedigen', zoals de immer verontwaardigde Béatrice Delvaux het omschreef.

In heel Europa wordt het sociaaleconomisch debat vandaag door links vooral in morele termen gevoerd, waarbij men met grote vanzelfsprekendheid op demoral highground kampeert. Niet alleen heeft links gelijk, de eigen opinies zijn moreel toch zo ontzettend superieur. Hoe jammer dat er zoveel kapitalisten/racisten/fascisten rondlopen die het maar niet willen begrijpen, die maar niet inzien hoezeer de crisis hun schuld is en die het dan nog aandurven om responsabilisering te vragen in ruil voor solidariteit, waardoor ze de crisis nog veel langer en erger maken. Hoe dom en verwerpelijk kan je eigenlijk zijn dat je op zulke 'Romneysering' durft aan te sturen?

Om een antwoord te vinden op die vraag, nodigde de Frankfurter Allgemeine Zeitung een aantal prominenten uit om een essay te publiceren over de vraag of het kapitalisme nog wel een toekomst heeft. De filosoof Peter Sloterdijk nam de uitnodiging aan, maar leverde niet meteen het verwachte antwoord. De vraagstelling van de krant achtte hij volkomen fout aangezien we in Europa helemaal niet in een kapitalistisch, maar in een sociaaldemocratisch systeem leven. Derhalve is de huidige sociaaleconomische crisis in Europa veel meer de crisis van de sociaaldemocratie dan die van het kapitalisme.

Het kapitalisme als ideologie, gedragen door het klassieke liberalisme uit de 19de eeuw, gaat immers uit van een minimale staat. Daar zijn we gedurende de 20ste eeuw in Europa niet bepaald op uitgekomen. De staat werd integendeel juist de spil van het sociale, politieke en economische leven. Ze evolueerde tot de zogeheten welvaartsstaat, gebaseerd op de besteding van almaar hogere belastingen. Volgens Sloterdijk perverteerde deze welvaartsstaat tot een schuldenmonster dat geld inademt en uitspuwt.

De kapitalistische tegenstelling tussen arbeid en kapitaal is in Europa onbestaande. De relevante tegenstelling is door het sociaaldemocratisch systeem gelegd tussen de productieven die belastingen betalen en de niet-productieven in wiens levensonderhoud moet worden voorzien. Door overregulering die het ondernemerschap ontmoedigt, overbelasting die succes afstraft en bovenmatige schuld die op de middenklasse weegt, is die tegenstelling stilaan onhoudbaar geworden.

Na de publicatie van zijn essay werd Sloterdijk voorspelbaar bedolven onder de morele veroordelingen. Maar Sloterdijk volhardde in de boosheid en werkte zijn ideeën uit in een boek waarin hij ook een analyse maakt van de fiscale politiestaat die de bewijslast omkeert en in strenge morele termen diegene criminaliseert die niet met de glimlach wil betalen.

Het belastingpeil in dit land is niet direct van aard om Sloterdijk tegen te spreken. Wie de belastingen van alle overheden optelt en vervolgens deelt door het totaal aantal gezinnen, komt op een gemiddelde, maandelijkse belastingdruk van 2.900 euro. De voorbije decennia verveelvoudigde in België ook het aantal mensen in overheidsdienst, terwijl de industriële tewerkstelling halveerde. Het overheidsbeslag is daardoor opgelopen tot een hallucinante 54 procent (tenminste, daar stond de teller voor de opmaak van het budget voor 2013).

Astrid Lindgren publiceerde in 1976 het sprookje Pomperipossa in Monismania uit protest tegen te hoge belastingen. Tot dan had de Zweedse auteur als sociaaldemocrate met overtuiging haar inkomstenbelastingen betaald, ook al bedroeg haar marginale belastingdruk 80 procent. Het grote, internationale succes van haar Pippi Langkous deed die belastingdruk echter stijgen tot een absurde 102 procent. Of hoe zelfs wie bijdraagt tot de herverdeling er uiteindelijk zelf een beroep op moet doen.

Tot vandaag heet de fiscale afstraffing van succes in Scandinavië het Pomperipossa-effect. Het kan dus ter linkerzijde misschien opluchten om politieke tegenstanders neer te zetten als 'haatzaaiers' die het eigenlijk verboden zou moeten worden om aan politiek te doen – zoals overspannen vakbondslui al eens plegen te doen - maar de realiteit zal daardoor niet veranderen. Wie dat niet inziet, betrekt de kwistig uitgedeelde epitheta uiteindelijk vooral op zichzelf.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is